Spring naar inhoud

Ruimte voor iedereen!?

groene-boomGroene overweging op basis van lezing Matteüs 22, 1-14 (feestmaal bij de koning) en een fragment uit Kruimeltje

Door Marjolein Tiemens-Hulscher - 12 oktober 2014

Ruimte voor iedereen!?

Als je een uitnodiging krijgt voor een verjaardagspartijtje dan verheug je je daar op. En waarschijnlijk zou je echt teleurgesteld zijn als niet kon komen. Want dan mis je een boel plezier. Als we een feestje geven doen we ook heel erg ons best om het zo leuk mogelijk te maken. We versieren de kamer of de tuin met slingers en lampionnen. We zorgen voor taart en andere lekkere dingen. En als iedereen er is, eten, zingen en spelen we samen. Kortom, feest is plezier voor iedereen. Wie wil daar nu niet bij zijn?

Zoals jij iemand voor je verjaardagsfeestje uitnodigt, zo nodigt God ons uit voor zijn feest; het feest van het leven. Ook op dit feest ontbreekt het niet aan versieringen. Kijk maar naar buiten. In de lente en de zomer is de aarde versiert met allemaal mooie bloeiende bloemen en fladderende vlinders. In de herfst is de natuur getooid in prachtige herfstkleuren en schieten er mooie paddenstoelen de grond uit in alle vormen en kleuren. In de winter kunnen we, als we geluk hebben, genieten van witte bomen tegen straalblauwe luchten. En ook de tafel is rijk gedekt met allerhande vruchten en andere eetbare gewassen, zuiver water, en verschillende diersoorten. En wij zijn allemaal uitgenodigd om mee te eten van die rijk gedekte tafel.

Maar als we die uitnodiging aannemen verwacht God wel van ons dat we gezellig samen met elkaar aan die ene hele grote tafel eten. Want weet je nog wat er gebeurde met de man in het verhaal van het bruiloftsfeest die geen feestkleren aan had? Hij werd door de koning de zaal uitgestuurd. Hij mocht niet blijven. In het echte evangelieverhaal staat zelfs dat hij aan handen en voeten gebonden in de duisternis werd geworpen.

Nou, dat is ook niet aardig van die koning, denk je dan misschien. Je wordt van de straat geplukt om naar het feest van de koning te gaan en dan word je verweten dat je niet feestelijk gekleed bent. Die man had misschien wel helemaal geen mooi pak, of was misschien wel te arm om feestkleding te kopen, of hij had er misschien helemaal geen tijd voor. Maar het gaat in het verhaal niet echt om de kleding. Met de feestelijke kleding wordt de instelling van de gasten bedoeld. Mensen met feestelijke kleding aten samen, zongen en dansten samen en hadden veel plezier met elkaar. De man in zijn sjofele pak deed hier niet aan mee. En dat zag de koning en daar sprak de koning hem op aan.

“Meneer, u hebt geen corsage. Zal ik er even een halen?”
“Nee, hoeft niet, als ik maar te eten heb”
“Hebt u dan zo’n honger?”
“Nee, maar als ik hier eet, spaart me dat thuis weer geld uit.”
“U heeft ook geen feestelijk pak aan, zoals de anderen.”
“Hoor eens, ik kom hier niet voor de anderen, ik kom hier voor mezelf. Anderen kunnen me gestolen worden.”
Toen zei de koning: “Gaat u maar naar huis. U begrijpt er niets van. De mensen eten hier, omdat ik hen aardig vind en omdat ze elkaar aardig vinden of willen vinden. Al het eten in de keuken heb ik met de mensen willen delen.
Waarom ik dat doe? Om dat eten dan maar kwijt te zijn of omdat opgeruimd netjes staat? Nee hoor, ik hoop dat jullie doorkrijgen dat het fijn is met elkaar te delen. Gaat u maar weg. U mag terugkomen wanneer u een corsage hebt zoals de anderen, wanneer u een vrolijk gezicht hebt als de anderen. U mag terugkomen als u er niet meer voor uzelf alleen wilt zijn.

Als we dus mee willen doen met het feest van God, dan moeten we dat met volle overtuiging doen, met hart en ziel. Alles wat de Aarde te bieden heeft moeten we delen met elkaar. En niet alleen met alle mensen op heel de Aarde, maar ook met de planten en de dieren. Ook zij hebben ruimte nodig om te leven. Bovendien moeten we ook nog wat over laten voor de mensen die nog geboren moeten worden. Zij willen ook graag op een mooie Aarde wonen. Daarom moeten wij er voor zorgen dat we er geen zooitje van maken, maar ook onze troep gewoon opruimen. Dan houden we de Aarde leefbaar voor iedereen.

Maar nu kom ik nog even terug over het eerlijk delen van alles wat de Aarde te bieden heeft, aan voedsel, schoon water, maar ook grondstoffen en ruimte om te wonen. Hoe weet je nu of je daar niet te veel van neemt? Het verdelen van een taart op een feestje is makkelijk. Je snijdt die in zoveel punten als er mensen zijn. Maar de Aarde verdelen in stukjes? Dat lukt niet. Toch hebben geleerde mensen daar wat op bedacht. Ze hebben de ecologische voetafdruk verzonnen. Dat is een maat die aangeeft hoeveel ruimte we in beslag nemen door hoe we wonen, wat we eten, hoe we naar ons werk of school gaan, en ook hoeveel ruimte er nodig is om het afval wat we produceren, inclusief de uitstoot van broeikasgassen, weer op te ruimen. Op internet zijn er testen waarbij je je eigen voetafdruk kunt bepalen. Die kan je dan vergelijken met de eerlijke voetafdruk, de ruimte die er is per persoon als je alle bruikbare ruimte deelt door het aantal mensen op de wereld.

Nu mogen de kinderen naar voren komen om te laten zien hoe dat nu zit met de voetafdruk.

[Twee platte wereldbollen, met ieder een stapel schoenen ernaast. De ene stapel heeft veel grote schoenen (passen niet allemaal erop), de ander veel kleine. De kinderen verdelen zich in twee groepjes en leggen de schoenen op de wereldbollen. Daarna de schoenen tellen. Waar liggen de meeste? Welke wereldbol zal het meest op NL lijken? Heeft iemand tips hoe je je voetafdruk zou kunnen verkleinen? Kinderen gaan weer zitten]

Meedoen aan het feest van God betekent dus eerlijk delen, geen voedsel weggooien, zuinig zijn met energie en kiezen voor duurzame energie, geen afval weggooien op straat, vaker op de fiets gaan. Dan is of komt er ruimte voor iedereen.

Marjolein Tiemens-Hulscher

12 oktober 2014

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *